Imparfait ou Passé Composé?

Mettez les verbes à l'imparfait ou au passé composé.

In de schoenmakerij Marcel

De winkel was verlaten.

In het uitstalraam stond nog altijd hetzelfde paar zwarte laarzen.

M. Tournebride voelde zich ongemakkelijk, maar hij ging toch maar binnen.

De schoenmaker kwam uit de keuken en vroeg: "waarvoor is het?"

"Om een paar schoenen af te halen", antwoordde Tournebride.

Hij opende zijn portefeuille en hij begon het ontvangsbewijs te zoeken.

Hij legde zijn identiteitskaart, zijn kredietkaarten, enz. op de toonbank.

Uiteindelijk vond hij wat hij zocht.

Hij gaf het ticket aan de schoenmaker.

Dat dateert niet van gisteren, zei de oude man.

Tournebride schaamde zich.

Als u uiteindelijk mijn schoenen hebt weggeworpen, zal ik ...

Tournebride: "Uw schoenen zijn nog altijd daar" et hij ging ze halen.

Enkele minuten later, kwam hij terug met de schoenen in de hand.

Tournebride strekte zijn hand uit om ze aan te nemen, maar de schoenmaker reageerde: "Het zal voor maandag zijn, zonder fout!"

À la cordonnerie Marcel
La boutique (être) déserte.
Dans l'étalage il y (avoir) toujours la même paire de bottes noires.
M. Tournebride (se sentir) mal à l'aise, mais il (entrer) quand même.
Le cordonnier (venir) de la cuisine et (demander) : "c'est pourquoi?"
"Pour reprendre une paire de chaussures", (répondre) Tournebride.
Il (ouvrir) son portefeuille et il (commencer) à chercher le reçu.
Il (déposer) sur le comptoir sa carte d'identité, ses cartes de crédit, etc.
Enfin il (trouver) ce qu'il (chercher) .
Il (donner) le ticket au cordonnier.
Cela ne date pas d'hier, (dire) le vieil homme.
Tournebride (être) gêné. Si vous (finir) par jeter mes chaussures, je ...
Tournebride: "Vos chaussures sont toujours là" et il (aller) les chercher.
Quelques minutes après, il (revenir) , les chaussures à la main.
Tournebride (tendre) le bras pour les recevoir, mais le cordonnier (réagir) : "Ce sera pour lundi, sans faute!"